Interview met Eric Steckel [Facebook] door Giel van der Hoeven met foto’s van Arjan Vermeer © The Blues Alone? Filmpje door Giel in de Muziekzolder Maasdijk op donderdag 5 september 2013
Op misschien wel de heetste dag van de nazomer 2013 deed het Amerikaanse fenomeen Eric Steckel de Maasdijkse Muziekzolder aan. Een zolder inderdaad, een omgeving waar de warmte helemaal naar tropische temperaturen steeg op een dag waarop de thermometer de 32 graden had aangetikt. Maar op het moment dat ‘prodigy’ Steckel om 22:00 uur de eerste klanken uit zijn Tom Anderson Cobra gitaar liet gieren was de zon ‘ontmanteld’ en de warmtegraad acceptabel. Dit door de uitstekende verkoelende voorzorgsmaatregelen, het ijskoude bier en het coole publiek op de Muziekzolder. Ondanks dat de 23-jarige Eric Steckel licht grieperig was gaf hij met zijn ervaren band een top optreden op de Muziekzolder (“it’s an awesome room!”) waardoor het enthousiasme met de minuut steeg! “Een grandioos optreden, ook met tien graden onder nul was het een dampende avond geworden!” zoals een bezoekster achteraf reageerde. Eric’s ‘pick-up’ band die daar mede voor verantwoordelijk was bestaat momenteel uit Nederlandse begeleiders van eveneens een hoog niveau. Bekende mannen uit de Dutch blues-, jazz- en rockscene die ook al vaker met Amerikaanse artiesten hebben getoerd: drummer Henk Punter (o.a. T-99), bassist Barend Courbois (o.a. Vengeance) en toetsenist Willem van der Schoof (o.a. de Eelco Gelling Band). Tussen het soundchecken en de maaltijd in een nabijgelegen restaurant door kreeg ik de gelegenheid om Eric te interviewen. In de schaduw van het privé terras bij de Muziekzolder neemt de sublieme gitarist uitgebreid de tijd om mij te woord te staan. En terwijl ik de opnameapparatuur daarvoor prepareer zegt hij relaxed leunend achterover en starend naar de heldere strakke blauwe lucht: “It’s a nice day man, not a cloud in the sky”. Letterlijk en figuurlijk een dag vol mooie hoogtepunten dus.
Hallo Eric, zou je ons wat meer willen vertellen over je afkomst en muzikale invloeden?
– ‘Tuurlijk, ik kom uit Allentown dat ligt in Pennsylvania, de Verenigde Staten, niet zo ver van Philadelphia vandaan. Een regio waar heel veel muziek gemaakt wordt en dat ondermeer bekend staat om de Philly Sound. Mijn ouders zijn ook gek van muziek en zij namen mij in de jaren negentig als kind al mee naar concerten. Dat was natuurlijk bijzonder, een kleuter van vijf jaar die rondhing in de clubs en bars bij live bands. Maar ik raakte al vroeg geobsedeerd door de elektrische gitaar want ik vond het prachtig al die gitaristen met hun glimmende instrumenten! Later heeft die invloed zich zogezegd verder ontwikkeld door te luisteren naar classic elpees van Foghat, Lynyrd Skynyrd, Allman Brothers, Gary Moore en vooral naar het bluesrock album ‘Family Style’ van de Vaughan Brothers, met Jimi en Stevie. Mijn ouders kregen dus al snel door dat ik veel affiniteit met muziek had en kochten voor 400 dollar een Mexicaanse Stratocaster voor me. Die heb ik nog steeds en ik heb die gebruikt bij de opnames van mijn eerste twee albums ‘A Few Degrees Warmer’ (live 2002) en ‘Double or Nothing’ (EP 2003).
Het feit dat je ongeveer 12 jaar geleden als een wonderkind werd beschouwd, is dat achteraf gezien een voordeel of een nadeel voor je carrière geweest?
– Zonder twijfel een voordeel. De term ‘prodigy’ (wonderkind) is niet meer dan een term voor mij. Een vleiende aanduiding weliswaar, maar een algemene term om jonge talentvolle artiesten te categoriseren. Uiteraard vond ik het een compliment maar het belangrijkste is wat je er vervolgens mee doet. Omdat mislukking juist voor wonderkinderen op de loer ligt. Maar ik denk dat ik mijn weg wel gevonden heb tijdens het post-prodigy stadium, en daar ben ik blij mee. Ik verkoop behoorlijk wat platen en kan veel optreden omdat ik er verstandig mee omgegaan ben en omdat de muziek zelf steeds het belangrijkste is gebleven voor mij. [zie ook op YouTube: prodigy Eric Steckel in 2002 for CN8].
Op veertienjarige leeftijd werd je door de Britse blueslegende John Mayall uitgenodigd om toe te treden tot The Bluesbreakers voor een tour door Scandinavië. Hoe is dat ontstaan?
– “Yeah man, that was… wow!” Ik zal je vertellen hoe dat is gegaan. Ik speelde op een middag in 2004 op een bluesfestival in Florida. John Mayall and the Bluesbreakers zouden daar ‘s avonds optreden maar ze arriveerde al tijdens ons optreden. Backstage vond Mayall ons te gek klinken en toen hij op het podium ging kijken zag hij een 14-jarige tiener gitaar staan spelen. Hij werd gek en flipte zowat! John vroeg mij na ons optreden om mee te jammem met hem en de Bluesbreakers die avond. Dus stond ik daar plotseling te duelleren met Buddy Whittington, die al jaren lang gitarist was bij de Bluesbreakers! En John zelf bekeek het allemaal met een grote glimlach. Na afloop vroeg hij me dus of ik mee wilde op tournee door Scandinavië. ‘Het publiek in Europa komt in groten getale naar optredens kijken en die gaan jou écht te gek vinden’, zo zei hij.
Maar je was dus nog een puber, hoe reageerde je ouders daarop?
– Als ‘the Father of British Blues’ je zoon uitnodigt voor een tour door Europa en hem er bovendien óók nog eens voor betaald, dan zeg je geen nee! “A once in a lifetime offer!” Aangezien mijn vader een grote fan was van John Mayall werd die deal dus gauw gesloten. Sinds mijn vader in de jaren zeventig het Beano album [Blues Breakers with Eric Clapton – red.] uit 1966 had ontdekt volgde hij Mayall’s muzikale verrichtingen op de voet. Mijn ouders gingen daarom zelf ook mee on-tour en alles werd voor ons geregeld. Het werd een succes, want nadien stonden de agency’s voor me in de rij.
‘The Blues Alone’ (1967) is ook een album van John Mayall, wist je dat?
– Jha, dáár herkende ik het dus van! John heeft geloof ik wel 75 albums gemaakt of zo, hij is een harde werker, nog steeds. Toen ik de naam van jullie online magazine The Blues Alone hoorde kwam die me inderdaad bekend voor, dat is gaaf man!
Ik lees vaak in artikelen over jou dat je speelt in de stijl van Stevie Ray Vaughan en Jimi Hendrix. Zijn dat goede vergelijkingen?
– Neuh, er stond eens een artikel in de Washington Post geloof ik: als je fan bent van Jimi en Stevie blah blah blah… dan moet je Eric ook goed vinden want hij speelt net zo. Ik begrijp wel dat journalisten willen categoriseren hoor, en dat is ook helemaal niet erg. Maar uit respect voor Jimi en Stevie wil ik helemaal niet op hen lijken! Stevie was mijn eerste gitaaridool, hij was uniek in zijn soort dus probeer hem vooral niet te imiteren is mijn devies. Ik speel bluesrock dus natuurlijk zijn er invloeden van hem hoorbaar, maar ik probeer het wel op mijn eigen manier te doen.
Maar het is toch geen toeval dat je ook covers als ‘Scuttle Buttin’ en ‘Little Wing’ live speelt?
– Nee zeker niet, óók uit respect en als eerbetoon! Maar ik geef er mijn eigen invulling aan en speel altijd alle covers in mijn eigen Eric Steckel-stijl!
Je speelt in Europa met een Nederlandse begeleidingsband en in Amerika met een Amerikaanse band. Blijft dat zo?
– Klopt, in Europa maken we gebruik van een zogenaamde ‘pick-up’ band. Die band bestaat voor deze tour uit drummer Henk Punter, bassist Barend Courbois en toetsenist Willem van der Schoof. En ook dat kan van tour tot tour wisselen. In de USA bestaat mijn vaste band momenteel uit Rick Prince (bass), Andrew Haley (drums) en Robert Sands (keyboards). Alle drie hebben ze een eigen zaak en konden ze gewoon niet tweeënhalve maand weg. Ik hoop ze volgend jaar wel mee te kunnen nemen. Maar ik ben voor nu erg blij om met hele goede muzikanten uit Nederland te kunnen spelen, ook echte pro’s. Iedere persoon heeft toch zo zijn eigen stijl en inbreng die ook weer van invloed zal zijn op mijn spel, en dat ervaar ik als zeer positief. Bijvoorbeeld, Barend heeft een background als heavy metal bassist en voormalig toetsenist Bob Fridzema bespeelde op een Deep Purple-achtige wijze zijn toetsen. Hij is er dit keer niet bij omdat hij al een afspraak had om met Dana Fuchs te gaan touren. En bassist Peter Lewis en drummer Sergio Pajaro-Gonzales waar ik één jaar mee samen heb gespeeld kwamen ook uit de hardrock hoek, dan ga je vanzelf toch ook meer in die vibe spelen.
Je fanbase groeit gestaag over de hele wereld. Maar ben je nu populairder in Europa dan in de VS?
– Grappig, dat is een goeie vraag maar toch lastig te beantwoorden. Mijn album ‘Dismantle The Sun’ is maanden lang top seller geweest op de voorpagina van CD Baby en ook bij Amazon.com heeft die sinds oktober 2012 in de ‘verkoop top-50’ gestaan. Dat zijn toch feiten en cijfers waar ik trots op ben. Ik verkoop dus goed in de VS maar mijn concerten worden weer beter bezocht hier in Europa. En volgens mij ligt dat ook aan de locaties hier. Vorige week speelde we op het Sierre Blues Festival in Zwitserland midden in de Zwitserse Alpen, dat is toch geweldig! Alle festivals zijn goed georganiseerd en ook de clubs en de muziekcafés zijn hier vaak aantrekkelijk voor het publiek. Zoals dus ook deze Muziekzolder, “it’s an awesome room!”
In de zomer van 2010 heb ik je zien optreden met Bas Paardenkooper & the Blew Crue op het Highlands Festival in Amersfoort Hoe is die samenwerking toen ontstaan?
– Eigenlijk op dezelfde manier zoals deze tour nu is opgezet. Ik had toen een ander agentschap en die tour duurde volgens mij iets korter. Mijn toenmalige agent stelde voor om met Bas en zijn band te gaan spelen omdat die ook bij zijn agency zaten. Dat klikte prima en het klonk samen goed met die dubbele gitaren en zo, “yeah that was cool man”. Ook Highlands 2010 kan ik me zeker nog wel herinneren, Jimmie Vaughan moest er ‘s avonds optreden en ik heb hem ook nog even mogen spreken en de hand geschud. Helaas heb ik hem niet meer zien spelen omdat wij ‘s avonds zelf alweer een optreden op het Zoetermeer Blues Festival hadden.
Je speelt tegenwoordig op Anderson gitaren van het kleine Amerikaanse bedrijf Tom Anderson Guitarworks. Waarom heb je voor dit merk gekozen?
– Nou, klein maar machtig hè, ook Keith Richards speelt op Anderson! Maar eerlijk gezegd hebben ze mij gekozen. Mijn vriend de producer Robert Sands, die dus ook keyboards speelt, verzamelt gitaren. Een jaar of vijf geleden was ik bij hem thuis en zag die prachtige Andersons in zijn collectie staan – hij had er zes trouwens – ik probeerde er een uit, zonder pedalen en zo, en mijn mond viel open van verbazing. Ik heb die avond op alle zes de Andersons gespeeld en ging er ook nog met één naar huis, gelijk van hem gekocht! Ik heb die gitaar nu ook bij me. Na een poosje zag Tom Anderson mij in een YouTube filmpje op die bewuste Anderson Cobra spelen en hij nam direct contact met me op. ‘Kom naar mijn bedrijf Tom Anderson Guitarworks in Los Angeles’, zei hij ‘en ik maak een eigen signature model gitaar voor jou’. Ik ben een echte guitar geek en ondanks dat ik ook een behoorlijke verzameling aan Fender Strats en andere merken heb (die thuis nu stof staan te happen) maar die ik wel in de studio gebruik, speel ik live altijd op de Andersons. In combinatie met Bogner versterkers waar ik ook een deal mee heb.
Dus je speelt live eigenlijk op de Anderson gitaren om je eigen signature model aan te prijzen?!
– Uh ook ja, maar als ik onderweg een bijzondere gitaar krijg aangeboden om op te mogen spelen – zoals laatst een ’59 Gibson Les Paul Sunburst – dan grijp ik die kans hoor! Maar Anderson maakt ook écht goede gitaren. Ga maar eens naar hun website en kijk daar eens wie er allemaal nog meer op spelen, dat zijn absoluut de grote jongens! Steve Vai, Vernon Reid (Living Colour), Vivian Campbell (Def Leppard, Whitesnake), Brad Whitford (Aerosmith), Richie Sambora (Bon Jovi), Carlos Santana, Bob Seger, Mick & Keith… voor Keith hebben ze speciaal een Butterscotch Tele gebouwd. Toen ik mijn eerste bezoekafspraakje bij het bedrijf Anderson Guitarworks in L.A. had dacht ik: ‘hè, in dit kleine pandje kunnen ze nooit zulke gitaren bouwen toch?’ Maar ze zijn gewoon klein behuisd, en groot in hun daden! Er werken maar acht personen of zo…en dan toch zo’n grote klantenkring hebben: “realy awesome!”
In een YouTube filmpje opgenomen in 2002 vertelde je dat je behalve gitaar spelen, je als hobby’s ook had: golf spelen, computers and webdesign. Heb je daar nog wel tijd voor?
– Ha ha, dat is grappig… nee, ik heb vijf jaar geleden voor het laatst golf gespeeld. Maar ik heb altijd al een druk baasje willen zijn en nu ben ik dat dus echt, “and it’s great!” Mijn vrije tijd wordt nu anders besteed. Vaak leuk en soms minder aangenaam. Veel reizen, mensen wereldwijd ontmoeten en alles wat daarbij komt kijken. Zoals saaie busritten, vliegtuigen en hotels in en weer uit en bagage kwijtraken. ‘Een uur en een kwartier spelen en tien uur bullshit’ zeggen we wel eens gekscherend tegen elkaar. Maar het mooie daarvan is, dat het steeds weer opnieuw de beste 75 minuten van je leven zijn! Omdat je er zo hard voor gewerkt hebt om dat te bereiken. Zoals dat optreden in Zwitserland vorige week, na een lange vermoeiende reis toch heerlijk opgetreden en daarna naar het hotel; een kasteel op een berg! En de volgende dag de omgeving verkennen en cultuur opsnuiven in Montreux… ‘on the Lake Geneva shoreline’… daar geniet ik dan weer van hoor.
Op een promofoto van jou met een deel van je gitaarcollectie zag ik ook tekeningen en schetsen aan de muur hangen. Ben je nu ook al beeldend kunstenaar?
– Ja, ik weet welke foto je bedoeld, maar nee die foto is afgelopen april gemaakt in Venice Beach, Californië. Dat was thuis bij Bill Mather, een vriend van mijn producer. Hij werkt bij de animatiestudio DreamWorks in L.A. en hij heeft al die tekeningen gemaakt. Ik logeerde toen een paar weken bij hem omdat ik in L.A. aan het werk was. Hij kwam zelf op het idee om die foto te maken als een soort van dubbelpromotie voor onze websites. Dus alle credits daarvoor gaan naar Bill.
Je speelt ook piano and Hammond B3 orgel. En af en toe kruip je zelfs even achter de keyboards tijdens optredens. Ben je van plan om hier meer mee te gaan doen in de toekomst?
– Ik speel zelf ook alle toetsenpartijen op mijn laatste album ‘Dismantle the Sun’. Robert Sands speelt alleen piano op ‘Sugar Sweets’ zoals dat ook in de liner notes te lezen is. Maar om dat te kunnen lezen moet men wél de CD kopen en hem niet downloaden. Live improviseren we vaak, dus kan het inderdaad gebeuren dat ik wel eens achter de B3 plaats neem. Ik speel ook met de gedachten om in een volgende tour een extra Hammond B3 orgel op het podium te zetten om er een halve set of zo op te gaan spelen, “a B3-battle, that’s something man, that’s a show!”
Ik heb onze dochter toen ze pas 12 jaar was ook een elektrische gitaar gegeven. Ze is verder opgegroeid in een omgeving met alleen maar blues en rock muziek en ze is mee geweest naar optredens van o.a. de Stones, Springsteen en heel veel meer blues en rockbands. Maar, die gitaar is al 8 jaar een relikwie en ze luistert en kijkt momenteel vooral naar boybands. Wat is er fout gegaan? 😉
– “Haha, don’t worry and tap yourself on the back man”, want jij hebt je best gedaan! Maar ík ben nou eenmaal een beetje vreemd, ha ha! Wanneer je in de groei bent, ben je extra bevattelijk voor trends. Maar de basis van je opvoeding blijft van invloed op de verdere ontwikkeling. In mijn opvoeding – en ook die van jou dochter dus – is muziek een bouwsteen van die basis, dus dat zit wel goed hoor. Ik zei het al eerder maar belangrijk is wat je er verder nog mee doet. Daarin spelen aspecten als talent, discipline, plezier en smaak ook een rol. En wat die voorkeur betreft, ik merk in de V.S. ook dat er meer en meer jongeren naar mijn concerten komen. Dat heeft enerzijds met leeftijd te maken denk ik, want ik ben zelf ook nog jong, maar ook met hoé je de muziek interpreteert. Wij spelen misschien een muziekstijl die niet trendy is, maar we doen het wel op een hedendaagse harde en rauwe manier, “not punky but rough”. Anderzijds zijn het hoofdzakelijk de 40-plussers die je CD’s en merchandise kopen. De huidige jeugd is van de free-download generatie, die kopen niet maar downloaden. Een mix van jong en ouder publiek is absoluut het beste dat je mag wensen, ik klaag dus niet.
Ik zag onlangs ook foto’s van jou in de befaamde Wisseloord Studio’s in Hilversum. Ben je weer aan het opnemen soms?
– Nee, ik was daar om een European Publishing Agreement te ondertekenen. Dat heeft met publicatierechten van mijn muziek en zo te maken, weer een stap in de goede richting dus. Frank, de eigenaar van Wisseloord is een fan van me en hij heeft ook al zo’n indrukwekkende verzameling gitaren. Waaronder een paar vintage Strats en een ’59 Les Paul ter waarde van zo’n twee ton! En ik mag erop spelen wanneer ik dat maar wil, dat is tof hè? Dat is des te gaver omdat ik zelf maar twee gitaren bij me heb, meer mag ik namelijk niet meenemen het vliegtuig in. Eerdaags spelen we in de Groene Engel in Oss en Frank heeft me beloofd om dan die Les Paul uit 1959 mee te nemen, waar ik die avond dus live op mag spelen. Dan voel ik me echt weer als een kind in een snoepwinkel hoor, ook dát zijn de dingen waar ik het allemaal voor doe!
Oké, bedank voor dit interview Eric en veel succes en plezier vanavond met het optreden hier, ‘keep it cool’.
– Ah, dat zal niet meevallen met deze temperatuur en een lichte griep, excuses daarvoor. Maar we gaan er wel weer voor de volle 100% tegenaan hoor! Jullie krijgen lekker veel van ‘Dismantle’ te horen en een paar toffe covers. We zullen het publiek hier zeker niet teleurstellen.
www.flickr.com
|
Mooi interview Giel!!