De zaterdag van Swing Wespelaar herbergt een zeer gevarieerde line-up; iets waar de programmeur trots op mag zijn! Helaas heeft de eerder aangekondigde Mavis Staples moeten afzeggen i.v.m. een knie operatie echter voor haar vervanger, John Mayall, heeft een internationaal gezelschap de reis naar Wespelaar gemaakt.
Maar laten we niet op de zaken vooruit lopen en eerst de nieuwkomers in het blues-circuit voor het voetlicht halen. Deze nieuwkomers, The Blues Vision, treden alweer zo’n 2 jaar op en hebben zich door hun spel in de kijker gespeeld bij de grotere festivals. Ook al heeft de band inmiddels al diverse drummers versleten; de constante factor is Arne Demets die de vocals en gitaar voor zijn rekening neemt. Tijdens de opener ‘When I Get Drunk Who’s Gonna Carry Me Home’ zet hij gelijk zijn handtekening met een overtuigende slide partij. Het meisje van de band heet Hanne Vandekerckhove, zij neemt op haar beurt de bass partijen voor haar rekening. Déze keer wordt er gedrumd door Klaas De Someren; we hopen van harte dat deze man een blijvertje is. Laten we hopen dat hij genoeg geïnteresseerd is in de bij-effecten van zijn beroep want zoals de titel van het tweede nummer doet vermoeden ‘The Drummer Get’s All the Girls’ kunnen deze veelbelovend zijn. De band heeft inmiddels al twee albums op hun naam staan waarvan de in 2013 uitgegeven ‘Counting Sheep’ toch wel de betere van de twee is. We horen nog een behoorlijk goede uitvoering van Jimi Hendrix’ ‘Hey Joe’ en een verrassende ‘Johnny Be Good’ van Chuck Berry. De song ‘One Time Affair’ vindt ik zelfs bóven de norm. Wat mij betreft een veelbelovende band ook al heeft Arne Demets niet àltijd zijn stem onder controle.
De man waar wij, gezien zijn palmares, hoge verwachtingen van hebben laat behoorlijk op zich wachten. Het Eddie Martin Band blijkt vertraging op diverse fronten te hebben opgelopen, vertraging met de ferry/hoover craft en vervolgens ook nog eens tijdens de autoreis richting Wespelaar. De organisatie van Swing Wespelaar heeft, begrijpelijk, gekozen om de andere artiesten van de line-up niet te laten lijden onder het probleem van dit trio. Zónder introductie van de MC van Swing Wespelaar begint Eddie Martin te spelen op zijn afgeragde oranje Gibson waarbij het eerste nummer al zo’n tien minuten in beslag neemt. Het klinkt als een klok dus die introductie doet hijzelf met zijn sublieme spel. Helaas kan ik me toch niet aan de indruk onttrekken dat de man zeer geërgerd is. Het resultaat is een vuige set van slechts vier songs. Maar mede door zijn ‘Let It Slide’ een nummer over het leven niet zo serieus genomen dient te worden wat op een oude afgeragde Fender gespeeld wordt inclusief bluesharp solo maakt dat ik de man zéker vaker wil zien optreden. Rest mij nog zijn kompanen aan u voor te stellen; John Paul Gard bespeelde de keys en Andy Sutor speelde op de drums.
De volgende act is de enige dame van zaterdag, Jo Harman en haar band zullen hun eerste optreden in België gestalte doen geven. Hadden de collega reporters haar al tijdens haar support-act van Johnny Winter in Paradiso mogen zien optreden en recenseren en zelfs mogen interviewen tijdens Parkpop; wij hadden nog niet eerder deze eer. De jonge dame samen met een behoorlijke grote band (4 man) inclusief twee backing vocals (Rosie Cunningham en Faye Hamilton Nash) staan op het punt ons hun groove te laten horen. De band, Carl Hudson (aanvankelijk zittend op 2 op elkaar gestapelde stoelen) keys, George Hutchison gitaar, Andy Tolman bass en Martin Johnson drums, speelt in mijn beleving niet écht zuivere blues maar R & B/soul/country met een bluezy touch. Jo Harman‘sstem (en looks) deden mij en een ‘blues-mate’ nog het meest aan die van Joss Stone denken. Beslist niet slecht maar zij is niet goed te verstaan en vooral bij haar introducties van de songs blijkt haar Engels té English. Dàt is wat mij betreft überhaupt wel een aandachtspuntje voor menige Engelse muzikant die aan het begin van zijn/haar carrière staat; zij beseffen niet genoeg dat er ook publiek aanwezig is die het Engels niet optimaal beheersen. Articuleren is dus het devies! Het op het V2 Records uitgebrachte, in de pers goed ontvangen, album ‘Dirt On My Tongue’ herbergt o.a. het ook vandaag hier gespeelde nummer ‘Worthy of Love’ wat ik toch wel een hoog country gehalte vind hebben. ‘This is My Amnesty’ en ‘Cold Heart’ vind ik zéér goede songs. Ongetwijfeld zullen we deze dame met haar band nog vaker terug zien op de diverse festivals.
De eerste Amerikanen van de zaterdag zijn Sugar Blue & Band. James Whiting a.k.a. Sugar Blue een bluesman ‘pur sang’ is voornamelijk bluesharpist aangevuld met vocals.De dame op de 6 snarige bass, Ilaria Lantieri Blue, sinds 2012 getrouwd met Sugar Blue en moeder van zijn 3 maanden oude zoon ‘Baby Blue’ James , zingt ook menige partij mee. Rico McFarland is voor mij de held van deze set; hij bezit een virtuositeit op de gitaar die ik maar bij een paar gitaristen heb mogen meemaken, vingervlug en inventief. Ook hij zingt behoorlijk wat stukken mee en Damiano Della Torre zien we op de keys. Juist deze laatst genoemde is ook de back-bone van de band samen met drummer C.J. Tucker legt hij een groove neer die niet te negeren is. Werkelijk iedereen danst al snel mee op zijn vertolking van stemmingsmaker ‘Hoochie Coochie Man’. Leuk dat de bijna tachtigjarige John Mayall frontstage ook goedkeurend meewiegt op de tonen van Sugar Blue. De ene harp solo na de andere volgen afgewisseld met de gitaar-solo’s van Rico McFarland. Juist als Sugar Blue de song ‘Cotton Free’ geschreven als eerbetoon aan James Cotton zingt begaat hij de ene uitglijer na de andere; het is zwak gezongen en helaas hier en daar ook niet altijd even zuiver, jammer écht jammer. Een andere uitglijer vinden wij, gitarist én zijn vrouw de introductie van ‘Bluesman’ met de woorden “We like to spank you very much”. Ongetwijfeld een grapje maar gezien de geruchten een beetje misplaatst vinden wij. Gelukkig voert de kwaliteit van het optreden de boventoon; we horen nog ‘Time’ waarin wederom een hoofdrol voor Rico McFarland is weggelegd en Sugar Blue sluit af met ‘Messin’ with the Kid’ van Junior Wells. Een zéér goede set van een verdienstelijke bluesharpist.
De volgende act heeft inmiddels al twee maanden toeren door Europa erop zitten en helaas spelen zij hier op Swing Wespelaar hun laatste set aan déze kant van de grote plas. We hebben het hier over ‘Nashville’s Finest Youngsters’ The Delta Saints! Als we ooit een rijtje van victorieuze jonge bands moeten opstellen dan zullen zeker The Delta Saints daarin voorkomen; de charismatische Benjamin Ringel op de dobro en de vocals, ‘dreadlocks’ David Supica die de bass bespeelt, ‘Flying’ Nate Kremer op keys en piano en Ben Azzi op de drums aangevuld met Dylan Fitch wederom op gitaar hebben een échte ‘footprint’ achtergelaten in Europa. Zó overdonderend was een succes voor een (blues) band niet eerder. Om een u een beeld te schetsen van hun succes lijkt mij het navolgende voorbeeld voldoende; op de voorste rij staat een jong meisje de song ‘Death Letter Jubilee’ woordelijk mee te zingen, zij is gewapend met een aantal kartonnen borden waarop zij om bepaalde songs verzoekt. De dame in kwestie heet Nore en is, houdt u vast, nog maar 9 jaar!!! Met haar komt het wel goed dus; met grote dank aan haar moeder dat Nore al mee mag naar openlucht optredens.
Eerlijk gezegd verschilt de set weinig van die op Peer maar ik moet toegeven dat het geheel meer powerfull is; deze set van The Delta Saints is écht overweldigend. De stem en de beleving van Benjamin is groots vandaag en zijn afstand tot de microfoon is ook indrukwekkend te noemen. Inmiddels kijkt ook Sugar Blue frontstage ook toe. De wijze waarop Benjamin zijn dobro beroert is ronduit indrukwekkend. Soms wil mijn verstand er niet aan dat uit dat lieve, onschuldige koppie van Benjamin zo een dijk van een stem komt. Het plezier van dit kwintet is zó aanstekelijk dat het publiek dicht bijeen gepakt op het plein tegen de hekken staat aangedrukt. De ene song blues, de andere weer heel funky zoals ‘You Gotta Know’. Leuk om te zien dat John Mayall ‘head-bangend’ achter zijn zelf ingerichte tafel met merchandise staat en zelfs applaudisseert voor de tussentijdse solo’s. ‘Chicago’ is een geweldig nummer met een mooi piano intermezzo door Nate Kremer en een mooie ritme versnelling. Het is écht heel zelden dat een band twéé getalenteerde slide gitaristen herbergt maar Dylan en Benjamin hebben er geen moeite mee elkaar solo’s te gunnen. Het op New Orleans-ritme nummer ‘Liar’ oogst ook veel bijval.
Het aanwezige Belgisch publiek wordt door Benjamin expliciet gecomplimenteerd met hun geweldige land én natuurlijk met de smakelijke bieren die hier gebrouwen worden! Als ‘Come Together’ van de Beatles gespeeld wordt is het hek van de dam, het hele plein zingt luidkeels mee. Zonder gitaar dit keer zingt Benjamin ‘Jericho’ een nummer over New Orleans én The DeltaSaints brengen hier op Swing Wespelaar ook het nummer ‘Crazy’ van Gnarls Barkley ongetwijfeld geïnspireerd door de vertolking van Bettye LaVette ten tijde van Blues Peer gadegeslagen door Benjamin wat hij in een zéér jazzy jasje hijst en waarbij hij het ritme op zijn op spanning gehouden bretels slaat! Ondanks de kritiek dat deze band geen ‘blues’ speelt wordt er toch “We Want More” gescandeerd en komen The Delta Saints terug om het toepasselijke ‘Take Me Home’ te spelen. De zegetocht van The Delta Saints vindt hier opSwing Wespelaarzijn apotheose! Hopelijk krijgen zij, eenmaal terug in Nashville, genoeg rust en inspiratie om weer zo’n geweldig album te schrijven en op te nemen. Wij van The Blues Alone zijn er zeker weer bij als de mannen de volgende keer terug zijn in Europa!
De criticasters die eerder klaagden dat de line-up té weinig échte blues vertoonde worden met de laatste act van deze zaterdag van Swing Wespelaar op hun wenken bediend. De ‘godfather of the blues’ John Mayall en zijn band zullen hun opwachting maken. De oude heer heeft vóóraf zijn set eigenhandig (volgens zijn roadie stààt hij hier op) het tafeltje met merchandise ingericht, albums verkocht, heeft gesigneerd en is met een ieder die het graag wilde op de foto gegaan. Respect hebben wij van The Blues Alone dat een legende als John Mayall dit alles nog, gezien zijn hoge leeftijd (eind November tachtig), nog zelf doet! De set start meteen heel enthousiast, John Mayall introduceert snel zijn band, de leden komen vanuit diverse staten van Amerika uit Texas RockyAthas op gitaar, Greg Rzab op de bass en Jay Davenport op drums zij beide uit Illinois. als John Mayall het ‘A Whole Lot of Something’ van Curtis Salgado speelt hanteert hij schijnbaar moeiteloos de bluesharp en tegelijkertijd beroert hij met de linkerhand de toetsen!
Tijdens ‘Dream About The Blues’ hanteert de ‘heer van (blues)stand’ een keurig tekstboekje (leest nog zónder bril) maar het is hem gegund, geen enkele toeschouwer zal hem dit kwalijk nemen omdat de man vandaag in topvorm is! Hulde ook aan zijn bandleden die zeer ervaren te werk gaan en klaarblijkelijk precies weten wat van hen verwacht wordt. John Mayall brengt na een korte afstemming ‘One More Day’ op zijn customised, zéér futurische gitaar en ook de geweldige hommage aan de mensen uit New Orleans ‘Congo Square’ valt ons te beurt waarin Jay Davenport dat tóch wel hele moeilijke tegendraadse ritme moeiteloos neerlegt. Met John Mayall’s aankondiging “I Don’t Remember Which Album” (‘Stories’ 2002 red.) spelen zij ‘Dirty Water’ én ‘Heartache’ van het album ‘John Mayall plays John Mayall’ uit 1964 wordt met dezelfde passie gespeeld als weleer. Met een energieke set van een zeer energieke ‘heer van stand’ heeft SwingWespelaar een méér dan volwaardige vervanger voor Mavis Staples binnengehaald. Een waardig einde van een zéér geslaagde tweede dag van dit festival!
Mooi stuk ,mooie foto,s maar hoe kan het anders !! José en Nicolette Gallois.
Groeten LG .