Exclusief interview met Jo Harman door Giel van der Hoeven met foto’s van Arjan Vermeer © The Blues Alone? tijdens Parkpop 2013 in Den Haag op zondag 30 juni 2013
Haar officiële studio debuutalbum ‘Dirt On My Tongue’ (een EP en een live album gingen deze voor) bevat elf voornamelijk op piano melodieën gebaseerde tracks. Het repertoire nijgt meer naar popmuziek met blues- en soul invloeden dan dat het als authentieke bluesmuziek kan worden aangeduid. Haar manager kon zich niet helemaal vinden in de album review op de TBA? website. Met het liveoptreden op 12 april jl. als support van Johnny Winter in Paradiso wist ze ons een stuk meer te overtuigen. Met jeugdige charme, een ouderwets karakter, maar vooral met een heldere soulvolle stem. Dus nodigde manager Mark Ede The Blues Alone? uit om een interview te komen doen met zijn groeibriljant: Jo Harman. “Laat jullie niet misleiden door de blonde haren en covergirl fotografie, dit meisje is het échte werk! Een dame die de komende 15 jaar de meest invloedrijke en belangrijkste Britse bluesartieste zou kunnen gaan worden.” Oké, dat wilde we wel eens van dichtbij meemaken. Op een zonnige en winderige zondagmiddag in juni was het zover. Na haar optreden op het Haagse Parkpop stond Johanna Harman uit Brighton ons beleefd en geduldig te woord. Dit ondanks dat ze door haar begeleiders van het ene naar het andere persmoment werd gesleurd. “We all go on a journey together“.
Heb je ooit eerder voor meer dan 200.000 mensen opgetreden Jo?
– Nee! En het was heel gaaf! Ik was behoorlijk nerveus de eerste 20 minuten en had moeite om de juiste toon vinden. Daarna was het relaxed en ging het weer als vanouds. Maar nervositeit hoort bij elk optreden hoor, het geeft me zelfs extra energie. De dag dat ik niet meer gespannen ben voor een optreden stop ik ermee.
Je bent al aardig ingeburgerd op de festivals in Europa. Waar speel je liever, op open lucht festivals of in de kleine clubs en theaters?
– Ehh, eerlijk gezegd vind ik het toch fijner om in de clubs te spelen. Festivals zijn ook leuk én belangrijk maar in de clubs, pubs en theaters kan ik meer van mezelf prijs geven en mijn intieme ballads komen daar ook beter tot z’n recht. De band is heel dynamisch en juist in de clubs klinkt dat nóg extremer.
In zekere zin maak je deel uit van een nieuwe ultieme generatie Britse blues muzikanten. Waar o.a. Sandi Thom, Joanne Shaw Taylor, Jamie N Commons, Aynsley Lister, Oli Brown en Saint Jude ook toe gerekend mogen worden. Hebben jullie in Groot-Brittannië op enigerlei wijzen contact met elkaar?
– Ohw… verschrikkelijk, ik ken ze niet eens allemaal, erg hé? Maar ik ben natuurlijk nog heel nieuw in de scène, mag dat een excuus zijn? Ik ben met een aantal Britse muzikanten wel vriend op Facebook hoor. We bewandelen vaak dezelfde muzikale paden en steunen elkaar waar dat nodig is.
Ik heb erg veel namen gelezen waardoor je muzikaal beïnvloed zou zijn. Maar die van de Amerikaanse blueszangeres Bessie Smith duikt steeds weer op. Wat was er zo speciaal aan haar?
– Ja, en zelf noem ik haar niet eens zo vaak hoor. Dat is ooit in de pers gekomen en haar naam komt blijkbaar steeds weer boven drijven. Ze was zeker goed en wordt beschouwd als één van de meest populaire en meest succesvolle blues artiesten uit de jaren twintig. Maar Janis Joplin, Aretha Franklin, Ella Fitzgerald en Mavis Staples zijn net zo belangrijk voor mij geweest. Als ik er dan toch één naam uit moet pikken is dat wat mij betreft Bettye Lavette, “she is the original!” Ook door de rockplaten van mijn vader ben ik beïnvloed, Beatles, Stones, je kent ze allemaal wel.
Grappig dat je zowel oude blues, soul, jazz en rock artiesten noemt. Zijn er ook nog zangeressen uit de jongere generatie die in dat rijtje thuis horen?
– Zeker, toen ik met vriendinnen op stap ging eind jaren negentig danste we op hiphop muziek en ook toen al luisterde ik veel naar R&B- en neo-soul muziek zoals Lauryn Hill en Jill Scott.
Ondanks dat speel je niet veel coversongs meer live. En de enige cover op je nieuwste album ‘Dirt On My Tongue’ is ‘Fragile’, van de hier relatief onbekende James Maddock. Ken je hem soms persoonlijk? En waarom koos je juist dat lied?
– Oh ik ben zo blij dat je hem noemt! Ken jij hem?
Uhh ja, ik heb het album ‘Sunrise at Avenue C’ en ik weet dat hij een keertje met Bruce Springsteen heeft opgetreden…
– “Great! And Bruce Springsteen absolutely loved it, haha“. James is een Britse singer-songwriter die al jaren in de Verenigde Staten woont. Ja, ik ken hem maar heb hem grappig genoeg nog nooit ontmoet. Al voelt het wel zo, omdat we regelmatig contact hebben via de mail. Ik heb meer nummers van hem gedaan in het verleden en ik weet dat hij dat waardeert. Hij is heel natuurlijk en hij schrijft heerlijke ‘marmeren’ songs, transparant met een kristallijne structuur. Als ik naar de USA ga wil ik zeker eens met hem afspreken.
Tussentijds worden we even afgeleid door een stukje Rotterdamse backstage humor in het Haagse Zuiderpark. Een paar bandleden van The Kik schudden verderop met veel lawaai een Dixie toilet heen en weer waar net een medebandlid in is gestapt! “Ohh that’s mean!” schreeuwt Jo ze toe. Maar zanger Dave von Raven en zijn maten kijken niet op of om en gaan ontdeugend door met hun gekeet. Als de rust is weergekeerd kan ik mijn volgende vraag stellen.
Over ‘Dirt On My Tongue’: na het lezen van onze review op de TBA? website mailde je manager Mark Ede ons en hij schreef: “Don’t be fooled by the glossy production and the glossy hair! She really is the dogs bollocks… 🙂 Take your time, you’ll get there”. Maar na het zien en horen van jullie live optreden in Paradiso (Johnny Winter support) ben ik het daar toch niet mee eens…
– “No??”
“… no. I think you are the cat’s pajamas!” Dat klinkt een beetje netter namelijk.
Of moet ik misschien zeggen “the bee’s knees?” [vraag ik stoutmoedig met de blik voorzichtig gericht op de ranken benen die uit haar hot-pants-jeans steken].
– Wha ha ha… “Yeahh! I like that! The bee’s knééés!”
Na Mark’s e-mail wist ik plotseling ook waar de albumtitel ‘Dirt On My Tongue’ vandaan kwam!
– Is dat zo?! Vertel eens dan.
Q: Why do dog’s lick their balls? A: Because they can!
– Ja verrek dat kunnen ze, Amen! Maar dáár komt de albumtitel zeker niet vandaan en ik ga je ook niet vertellen waar die wel vandaan komt.
Oké, no more doggin’ around, het punt was: Mark en het hele team staan achter je en ze steunen je van ganser harte! Geef jou dat meer vertrouwen in wat je doet?
– “We all go on a journey together“. Het zou egoïstisch zijn als zij dat alleen deden om mij vertrouwen te geven. We trekken alweer een paar jaar met elkaar op en zíjn ook echt een team! Het is vriendschap binnen een werkrelatie. Natuurlijk worden we er ook allemaal sterker door zolang het goed gaat. En ik realiseer me terdege dat ik me erg gelukkig mag prijzen met déze mensen om me heen.
Je wordt op het podium omringd door een aantal gedreven en talentvolle muzikanten. En ook in de studio en tijdens de opnamen van de ‘Worthy Of Love’ EP en de veelgeprezen albums ‘Live At The Hideaway’ en ‘Dirt On My Tongue’ werd je bijgestaan door kwaliteitsmuzikanten. Is dit nu je permanente band voor de toekomst?
– Ehh… pfff [ze zucht diep – red.] ik hoop het. Het blijft, zeker live, toch een pool van muzikanten waar we uit putten. Het zal steeds van veel zaken afhangen, zoals budgetten, reisafstanden, het soort optredens… dat soort dingen. Vandaag hadden we er twee achtergrondzangeressen bij, die heb je waarschijnlijk niet eerder bij een optreden van ons gezien. Zo zullen er vaak dingen blijven veranderen vrees ik.
Mike Davies schreef zes nummers met jou en hij speelt smaakvol gitaar op je nieuwe album. Hoe belangrijk is hij voor jou?
– Dat is een interessante vraag. Mike zit niet meer in de band, Scott McKeon is nu met ons mee op tournee. Mike is zelf ook artiest en wilde weer graag zelfstandig dingen gaan doen. Ongetwijfeld komt hij later weer eens met ons meedoen. We blijven goede vrienden (ik heb hem eergisteren nog gesproken) en we gunnen elkaar absoluut het beste.
Soms speelde je ook live met Mike als akoestisch duo. Zoals op het Cheltenham Jazz festival waar je o.a. het alt-country getinte lied ‘This Is My Amnesty’ deed. Ben je als ‘stripped’ artieste nog kwetsbaarder dan dat je met een volledige band kan zijn?
– Ik hou van kwetsbaarheid, zoals ik ook al eerder zei over de club optredens. Ja, je staat soms voor hete vuren maar ik ben er gek op. Intimiteit maakt je kwetsbaar, maar ik ben professioneel muzikant en moet daar mee om kunnen gaan. Ik doe ook geen speciale voorbereidingen of zo voor een show. “What you see is what you get!”
‘Sweet Man Mozes’ is een eerbetoon aan je overleden vader. Hoe was je relatie met hem en heeft hij je ook gestimuleerd om muziek te gaan maken?
– Jazeker. Hij overleed kort voordat ik serieus de muziek in ging. Zijn dood heeft me juist geïnspireerd om nog meer en beter muziek te gaan maken. Hij heeft altijd gewenst dat ik gelukkig zou zijn. En muziek maken maakt mij gelukkig. Hij heeft me helaas nooit zien optreden maar mag daar boven alsnog trots op me zijn.
Vier vragen in één. Waar gaat je voorkeur naar uit: talent of vechtersmentaliteit?
– Ahh… vechtersmentaliteit!
Geduld of woede?
– Woede.
Nieuw of vintage?
– Vintage!
Blues of Soul?
– Oehhh… hmm, lastig deze. Soul.
Dus, je bent een boze vintage soulzangeres met vechters mentaliteit! Klopt dat?
– “Hèhè hè… down-to-eigteen!”
The Blues Alone? online magazine schrijft over de beleving van live muziek in vele soorten. Wat is het beste concert dat je zelf als toeschouwer hebt bijgewoond?
– Bettye Lavette! Ik zag haar een tijdje geleden in een klein jazzcafé in Londen optreden. “That gig was absolutely mindblowing”. Ze kan zingen, een verhaal vertellen met haar teksten, ze gelooft in wat ze doet… ze doet wat ze doet! Ongelooflijk om naar te kijken en te luisteren. “And she is still alive!” Je kunt haar gewoon nog live zien optreden. Mavis Staples ook, dat is toch geweldig! Ik moet er niet aan denken dat deze fantastische zangeressen ook ooit komen te overlijden joh! Wie moet hun dan gaan opvolgen?
Uhh jij, jou generatie!
– Jaha… daar heb je een punt. Trouwens, het optreden van de Britse country-soulband Phantom Limb dat ik eens gezien heb was óók erg goed. Het is jammer dat de band uit elkaar is. Maar zangeres Yolanda Quartey [voormalig Massive Attack – red.] is echt heel goed.
Ben je zelf alweer nieuw materiaal aan het schrijven voor een tweede solo album?
– Ja, eigenlijk ben ik al vier jaar aan het schrijven tussen de optredens door. En ik heb alweer wat nieuwe songs af ook. Toevallig hebben we er vandaag eentje gespeeld, ‘Only Me’.
Heb je nog andere ambities naast het schrijven en zingen? Bijvoorbeeld: acteren, modellenwerk, het schrijven van een boek, een gezin stichten?
– Tuurlijk. Het is misschien opmerkelijk dat ik me nu heel veel met muziek bezig houdt. Maar er zal ook wel weer meer tijd komen voor andere dingen. Een boek schrijven lijkt me wel wat, want ik schrijf nu eenmaal graag. Ik heb vanaf mijn negende jaar ook paard gereden. Dat zou ik ook graag weer wat meer willen gaan doen. Misschien dat ik daar later als beroemd schrijfster meer tijd voor heb. Paardrijden met het hele gezin, lijkt me gezellig, ha ha.
Mooi en interessant interview!!(zoals gewoonlijk0
thanks!!
Aart