Gezien en gehoord: Kelly Joe Phelps op 30 september 2012 in Paradiso, Amsterdam. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois.
Dat singer/songwriter Kelly Joe Phelps eerder tijdens zijn promotietour t.g.v. zijn nieuwe album ‘Brother Sinner & The Whale’ in Nederland al een paar zalen heeft aangedaan is in het geheel niet te merken gezien het beperkt (hier en daar één of twee) aantal lege stoelen deze zondag namiddag in de kleine zaal van Paradiso.
Kelly Joe Phelps komt uit de (muziek)hoek die we tegenwoordig Americana noemen maar heeft zich gezien zijn inspiratie door het Bijbelboek Jona blijkbaar bekeerd en is dus met zijn laatste album op een missie; een missie om ons als toeschouwers te verleiden dit album te kopen maar nog belangrijker onze aanwezigheid op deze aardbol niet voor vanzelfsprekend te nemen.
Kelly Joe Phelps heeft zijn leven als zondaar (drank), maar vooral zijn leven als mens geteisterd door ernstige depressies, omgegooid en in de handen van de Heer gelegd.
Na enige vertraging komt Kelly Joe Phelps het podium op en de inmiddels overvolle zaal zal getuige zijn van een on-versterkte set, slechts 2 microfonen (gitaar en stem) zullen deze set voor de toehoorders verstaanbaar moeten maken. Zwaar ademend, door nervositeit of door conditie gebrek, speelt hij de vingers een beetje soepel (op een Martin). Als we dan uiteindelijk de eerste tonen van Kelly Joe Phelps mogen beluisteren zijn we blij verrast dat het geluid zélfs vóóraan goed is, al staat er wel veel tremble op de stem-microfoon zodat zelfs Kelly Joe Phelps’ ademen zeer versterkt de zaal in wordt geslingerd. Dit mag door sommige (afgeluisterde) commentaren als écht worden ervaren maar anderen vinden dit behoorlijk storend. Als Kelly Joe Phelps zijn ‘Hard Times They Never Go Away’ afkondigt meldt hij ook dat als de aanwezigen van ‘Me & My Guitar’ houden, ze hier vandaag goed zitten. Het publiek is vol aandacht voor deze introverte Kelly Joe Phelps en hangt volledig aan zijn lippen. Het is zó stil in de zaal dat de sluiter van de fotograaf van ‘The Blues Alone?‘ als storend wordt ervaren bij enkelen op de eerste rij van de kleine zaal van Paradiso. Na het optreden zal de foto-reporter nog een bedankje krijgen van één van de toehoorders voor zijn beperkte hinderingen.
Eigenlijk krijgen we integraal Kelly Joe Phelps’ nieuwe album te horen maar dat is geenszins erg, het is allemaal wonderschoon gespeeld maar vooral zó mooi ingetogen gebracht. Zoals het werkelijk pràchtige ‘Goodbye to Sorrow’ wat het resultaat vis an zijn belijdenis t.o.v. de Heer en dan met name zijn verlossing en afscheid van ‘demons’ die zijn leven de laatste jaren beheerste. Het is Dobro-time, het is een van mijn favorieten, een National! Tijdens Kelly Joe Phelps’ eerste beroeringen op deze dobro doet hij ons getuige zijn van een uitstapje van het album ‘Brother Sinner & The Whale’ door een nummer van Blind Willie Johnson ‘God Don’t Ever Change’ ten gehore te brengen. Ik en -afleidend van het oorverdovende applaus in de zaal- velen mét mij vinden het een feestje om deze man aan het werk te mogen zien. Oké het heeft een hoog ‘Happy Christian’ – gehalte op deze zondag namiddag maar het concert verzandt nergens in een EO-achtig ‘zieltjes winnend’ optreden als we inmiddels alweer de afkondiging van ‘Hope in the Lord to Provide’ horen. Als de Martin er weer bij gepakt wordt brengt Kelly Joe Phelps ‘Moonshiner’ over een periode uit zijn leven die 17 jaar lang werd beheerst door de drank, rillingen veroorzakend goed!! ‘Sometimes a Drifter’ is ook zo’n song waardoor je als mens het gevoel bekruipt dat het leven van een muzikant ook niet écht zo’n feestje is als dat het soms voor ons als publiek lijkt.
Kelly Joe Phelps songs zijn een mix van gospel en folk, hij heeft een heel eigen geluid dat bij tijd en wijle wel wat eentonig aandoet vooral na een uur van zo stil mogelijk zitten om de mede toehoorders niet te hinderen. In zijn vertolking van ‘Talking To Jehova’, wederom gespeeld op de National, is gelukkig zijn beïnvloeding door Son House, één van onze helden, te bespeuren. Als Kelly Joe Phelps na een staande ovatie besluit nog een toegift te geven met o.a. de door mij meest verbouwde versie ooit aanschouwd van ‘Goodnight Irene’ zijn de meeste, het laatste kwartier hevig schuivende, toeschouwers een zondagsschool gevoel rijker.