Exclusief interview met: Gerry McAvoy (Rory Gallagher Band, Nine Below Zero, Gerry McAvoy’s Band of Friends ) door Giel van der Hoeven met foto’s van Arjan Vermeer © The Blues Alone? en diversen. Tijdens het Kwadendamme Bluesfestival op Sportpark De Liesjes, vrijdag 11 mei 2012.
“Gallagher’s basgitarist Gerry McAvoy is er een die zijn hele wezen in drie noten weet te leggen, maar dat zijn dan ook wel de hoekstenen van zo’n nummer.” schreef Elly de Waard na het concert van 23 maart 1976 door Rory Gallagher and his band in het Congresgebouw van Den Haag. Op 4 april 1978 ging de band op herhaling op diezelfde locatie en weer maakte het kwartet een verpletterende indruk [knipsels]. Het waren de eerste concerten die ik live van de Ierse bluesrock gitarist beleefde en zijn muziek maakte sindsdien een belangrijk deel uit van mijn leven. Zó moest gitaarmuziek klinken; niet alleen maar blues, niet alleen maar (hard)rock, zeker geen punk – wat destijds in opkomst was – maar onvervalste bluesrock! Een samensmelting van de roots muziekstijlen die ik tot dan toe op mijn zolderkamer met rode koontjes had beluisterd. Met ongelooflijk goed gitaarwerk van Rory Gallagher (1948), inderdaad hoekige baslijnen door Gerry McAvoy, opzwepende piano- en orgel partijen van Lou Martin en stuwend drumwerk door Rod De’Ath, die einde 1978 werd vervangen door Ted McKenna.
Rory ging letterlijk door totdat hij erbij neerviel, wat hem uiteindelijk dus fataal werd. Op 10 januari 1995 stortte hij in op het podium van het Rotterdamse Nighttown en op 14 juni van dat jaar overleed hij in het King`s College Hospital in Londen als gevolg van complicaties na een levertransplantatie. Maar zijn populariteit is er vanaf dat moment niet minder om geworden. Postuum wordt hij herdacht met bijeenkomsten en concerten door heel Europa, door heel veel trouwe fans en door bevlogen tributebands. Waarvan Gerry McAvoy’s Band of Friends momenteel wel de meest aansprekende is. De Nederlandse gitarist/zanger Marcel Scherpenzeel speelt hierin met drummer Ted McKenna, die in de periode 1978-1981 – o.a. tijdens de legendarische Rock Palast concerten – achter de batterij plaats nam. Over deze Ted McKenna zei Rory eens: “Finding a new drummer was difficult too, because there’s a lot of hot drummers in London. They are hot, but they don’t understand rhythm and blues. They are going to do Billy Cobham or they are going to do disco. I was fortunate to get Ted (McKenna) at the last hour. The guy could do it all.” Bassist Gerry McAvoy was maar liefst 20 jaar trouw lid van Rory Gallagher’s begeleidingsband. Twintig jaar vriend en collega van Rory op het 20 jaar jubilerende Kwadendamme Bluesfestival, een goeie reden om John Gerrard McAvoy, geboren op 19 December 1951 in Belfast, eens nader aan de tand te voelen. Een krap uurtje voor het slotoptreden in Bluestown Kwadendamme werden we door de ‘Riding Shotgun’ zelf begeleid naar zijn kleedkamer, waar ook Ted McKenna en Marcel Scherpenzeel aanwezig waren.
– The Band Of Friends is niet alleen een eerbetoon, maar meer een viering van het leven en de muziek van Rory Gallagher. Hoe ervaar je het om in interviews meer vragen over Rory te beantwoorden dan over jezelf?
Gerry: Rory maakte én maakt nog een belangrijk deel uit van mijn leven, dus daar heb ik helemaal geen moeite mee. Twintig jaar is natuurlijk niet niks en alles wat wij samen gedeeld hebben, deel ik graag met anderen. Dus vragen over Rory beantwoord ik met net zoveel plezier als vragen over mezelf.
– Toch eerst maar over Gerry McAvoy: hoe is het leven voor een 60-jarige muzikant?
Gerry: Dat is FANTASTISCH! Momenteel ís het zo fantastisch omdat ik het voorrecht heb met twee kerels te spelen die het zo fantastisch maken. In het leven doorloop je verschillende fasen, en dit is zo’n fase dat het me voor de wind gaat en ik de dingen kan doen die ik graag doe.
– Op je eigen album ‘Can’t Win ‘Em All’ uit 2010 staat een track ‘Born Too Late’ genaamd. Ben je dat?
Gerry: Nee, niet meer. Want die tekst heb ik namelijk al in 1978 geschreven, en toen vond ik van wel. De song gaat over het gemis van het bewust meemaken van de jaren vijftig idolen als Buddy Holly en Elvis Presley. Die periode had ik toen graag meegemaakt. Inmiddels heb ik zelf zat idolen doorstaan, ha ha!
– Is de Zeeuwse klei vergelijkbaar met andere bodemsoorten op het continent… oftewel: speel je graag op (outdoor) festivals?
Gerry: Ach, de ondergrond maakt ons niets uit, we spelen echt overal zolang er een sfeertje te creëren is en de mensen waarderen wat we doen.
– Wat is de meest vreemde plaats waar je ooit speelde?
Gerry: Collectief bedoel je? Met Rory Gallagher heb ik op veel vreemde plaatsen gespeeld, zeker in Amerika zoals in St Louis… en jij Ted?
Ted: Ik heb eens in een gevangenis gespeeld in Edinburgh Schotland. Twee weken later speelde we op het Eton College, en dat was vreemd genoeg exact hetzelfde! In plaats van de gevangenisbewaarders werden de kids in de gaten gehouden door de leerkrachten en directie. Maar in beide gevallen ging de boel wel los!
Marcel: Voor mij was dat tijdens het ‘Blues In The Schools’ project. Het is gewoon geweldig om jonge mensen kennis bij te brengen over deze muziek. Maar eigenlijk heeft elk podium wel z’n eigenaardigheden hoor, dat maakt het juist zo leuk. Die plek herinner ik me ook nog wel [wijzend op mijn Blues Aan Zee T-shirt – red], daar speelde we met Wolfpin, een voormalig klooster toch? Ook apart.
– Wat is eigenlijk jullie persoonlijke favoriete Rory Gallagher album?
Marcel: Voor mij is dat ‘Callin Card’. Een puur no-bullshit album zonder effecten, geweldig. Toen ik die plaat de eerste keer hoorde wist ik: dit wil ik ook!
Gerry: Zijn vroege werk eigenlijk wel ‘Rory Gallagher’ (1970), ‘Deuce’ (1971)… vooral omdat ik daar goeie herinneringen aan heb als jongeling in 1971. Op een prachtige zonnige lentedag de hele dag door Rory draaien, van negen uur ‘s morgens tot zes uur ‘s avonds. Heerlijk, ik was “wide-eyed and numb”! Maar ook Rory’s achtste album ‘Top Priority’ (1979) die Ted en ik samen met Rory in Keulen opnamen. Daarmee werd toch een soort van koerswijziging ingezet die tot de verbeelding sprak. Met songs als ‘Follow Me’, ‘Philby’, ‘Bad Penny’… stuk voor stuk Rory klassiekers.
– Uhh, jullie noemen ‘Live in Europe’ uit 1972 niet?
Gerry: Absoluut wel! (Ted en Marcel knikken ook instemmend – red). En ‘Irish tour ‘74’ uiteraard! Live was Rory gewoon op z’n best. We probeerden ook echt wel die live sfeer op studioplaten vast te leggen hoor, maar dat was gewoon ondoenlijk, vandaar ook die live albums.
– ‘Irish tour ‘74’ werd ook op een bijzonder manier opgenomen toch?
Gerry: Nou ja, tijdens die Ierse Tour in 1974 dus, op verschillende plaatsen: Ulster, Dublin, de Cork City Hall, eigenlijk de Cork shitty hall, ha ha. En in Belfast, in een van de meest tumultueuze tijden in Noord-Ierland, toen veel rockacts vanwege het geweld er weigerde te spelen. Niettemin, deden wij het wel, en we namen er gewoon dat live album op. Het grappige is, dat de eerste drie shows gewoon werden opgenomen over het vaste mengpaneel, omdat de mobiele studio niet op tijd aanwezig kon zijn. Uiteindelijk is de dubbelelpee toch grotendeels via de Lane Mobile Unit opgenomen waaronder de jamsessie ‘Back On My Stompin’ Ground’ (After Hours).
– Ik heb je in de late jaren zeventig (1976/1978) twee keer met Rory in het Haagse Congresgebouw zien spelen. In die tijd kondigde hij jullie altijd snel sprekend aan, en jullie namen noemde hij dan dubbel: “On bass Gerry McAvoy… Gerry McAvoy! On the drums Rod De’Ath … Rod De’Ath!” Dat is me bijgebleven en ik vond dat toen erg grappig en bluesy klinken. Was Rory een grappige vent?
Gerry: Rory had zeker humor, maar dit was niet grappig bedoeld hoor. Wel bluesy misschien, maar het kwam nog uit de tijd van de oude schoolbandjes waarin de medemuzikanten luid en duidelijk geïntroduceerd werden, liefst dubbel. In de zomer van 1978 toen Ted McKenna voor het eerst met ons mee deed, ergens op een festival, waren we allemaal behoorlijk gespannen. De gig verliep prima en aan het einde ging Rory ons op zijn karakteristieke wijze voorstellen aan het publiek. Hij riep: “On the drums…” en hij keek Ted aan, want hij was zijn naam even kwijt, ha ha. Dus Ted fluisterde: “Ted”, waarna Rory onverstoorbaar doorging: “…Ted McKenna!”. Toen keek hij mij aan en nog voordat ‘ie wat kon zeggen fluisterde ik ook: “Gerry”, wha ha ha.
– 14 Juni 1995, a blue day for the blues. Rory Gallagher overleed op slechts 47 jarige leeftijd… je hebt er respectvol over geschreven in je boek: ‘Riding Shotgun – 35 years on the road with Rory Gallagher and Nine Below Zero’. Wat mis je het meeste van hem? En was het schrijven van dat boek een soort van therapie?
Gerry: Van Rory? Behalve zijn muziek, de man zelf! We waren behoorlijk close samen en goede vrienden, hij was een persoonlijkheid. Het boek was voor mij een manier om de herinneringen vast te leggen. Voor mijn kinderen, voor het nageslacht, voor jullie… de fans! Zéker geen therapie of een vervelende manier van verwerking, het was juist fijn om te doen en al die herinneringen weer op te halen. Iets wat ik toen gewoon móest doen en ik ben blij dat ik het gedaan heb. [lees hier meer over: ‘Riding Shotgun – 35 years on the road with Rory Gallagher and Nine Below Zero’. – red].
– Wat mij betreft heeft de mandoline nog nooit zo geklonken als in Rory Gallagher’s klassieke song ‘Going To My Home Town’, prachtig dus! Waar zijn eigenlijk de instrumenten (o.a. die 1921 Martin mandoline) naartoe gegaan nadat hij is overleden?
Gerry: Dat heeft zijn broer en voormalig manager Donal allemaal in zijn bezit. Ik geloof dat alleen de beroemde Fender Stratocaster uit 1961 ergens veilig in een bank opgeborgen staat. [Alle Rory guitars & amps zijn online te bekijken in de Instrument Archives op de officiële website – red]
– Klopt het dat de versleten plekken op die beroemde 1961 Fender Stratocaster (oorspronkelijk een Sunburst) werden veroorzaakt door Rory’s agressieve zweet?
Gerry: Dat klopt helemaal. Rory had een uiterst zeldzame bloedgroep met een hoge zuurgraad, zijn podiumzweet was als een verfafbijtmiddel.
Marcel: Rory kocht in 1963 die gitaar tweedehands in Cork voor ongeveer 100 pond. Vijftien jaar geleden kwam de speciale Rory Gallagher Signature Stratocaster op de markt, maar ik gebruik zelf deze originele 1962 Fender Stratocaster met een hals uit 1965 [hij drukt de gitaar terloops in mijn handen – red], die identiek is aan Rory’s ’61 Strat. Je hoort vanavond wel hoe die klinkt.
– Er gaat een verhaal dat Rory begin jaren zeventig auditie deed bij de Rolling Stones om Mick Taylor op te volgen, wist jij daar toen ook vanaf Gerry?
Gerry: ‘Tuurlijk, het is algemeen bekend dat Rory eind januari 1974 twee dagen in de RS Mobile Record-Studio aan de Rolling Stones Sessions [Doelen Rotterdam – red] heeft meegedaan. Maar wat ons betreft was het geen auditie want er stond een tour door Japan geplant waarop wij ons aan het voorbereiden waren. Bovendien had hij zich niet thuis gevoeld in een band met twee gitaristen, als solist en zanger had Rory veel meer te bieden zoals hij later wel heeft bewezen.
– Waarom ben je in 1991 eigenlijk van de Rory Gallagher Band overgestapt naar Nine Below Zero?
Gerry: Ik schreef altijd al mijn eigen songs en kreeg steeds meer de behoefte om mezelf muzikaal anders te gaan uiten. Mijn songs waren niet zo geschikt voor het Rory repertoire dus besloot ik in 1991 naar Nine Below Zero te gaan, waar die mogelijkheid wel bestond. “You know, after 20 years… a man moves on, like everybody does”. En na Nine Below Zero kreeg ik weer tijd om aan mijn soloalbum ‘Can’t Win ‘Em All’ (2010) te werken [zijn 2e soloplaat na de in 1980 verschenen elpee ‘Bassics’ – red] en nu heb ik a fantastische tijd met Gerry McAvoy’s Band of Friends!
– Laatste vraag: over gitarist/zanger Marcel Scherpenzeel, die opgroeide met Rory’s muziek, zei je eerder: “This is the closest guitarist to Rory you will ever hear”. Is dat echt zo?
Gerry: Absoluut! En daar sta ik nog steeds achter! Je zult het vanavond wel gaan meemaken denk ik. [Marcel negeert schijnbaar dit vleiende antwoord terwijl hij druk bezig is om Gerry’s zwarte MusicMan Stingray basgitaar te prepareren – red].
Gerry: Trouwens, vandaag speelt Marcel basgitaar hoor, en ik solo! Wha ha ha!
– Okay, Gerry and friends, dank voor jullie tijd en succes met het optreden!
Gerry (in plat Iers accent): “Enjoy tonight, we’ll do our best! And if you have any more questions, we’ll see ya tomorrow at breakfast.” [toevallig deelde we gezamenlijk ook nog hetzelfde hotel, soms is leven even blues deluxe – red].
Lees hier ons concertverslag van Bluestown Kwadendamme.
[Dank aan: Laurens van Houten, Rob Verhorst, Bibi, rorygallagher.com, reurie.nl, bluestown.eu en anderen die hebben bijgedragen]
Gerry McAvoy and his Band of Friends (Ted McKenna and Marcel Scherpenzeel spelen komend pinksterweekend -28 mei- op het Ribs en Blues Festival in Raalte
@B.
Maybe I will, some day. But too busy right now. I guess http://translate.google.nl/ will do in the meantime?!
G 😉
Te gek,
Ik stop er nog wat bij uit een lang verleden maar nog niet vervlogen tijd.
Tis niet de kwaliteit die we van Arjan , gewend zijn Ha Ha.
We hebben de foto zelf gemaakt.
23 maart 1976 in het Congresgebouw van Den Haag.
Groet, Ap
http://img24.imageshack.us/img24/8933/optredenrorygallagherde.jpg
Een mooi en met respect gemaakt interview
Luckily I understand Dutch but it would be really great if you could publish an English version of the interview for all the fans out there…
Groetjes,
B.
Top Giel en Arjan.
We boffen maar met jullie.
Smullend zit ik dit intervieuw lezen met m’n gitaar op m’n schoot om “same old story” van Taste uit te zoeken, om te gaan spelen met Wooden Paul.
Het is niet alleen m’n jeugd wat voorbij komt!
We houden het erfgoed van Rory a Life.
Ap Heus.